Onbruikbare zolder in een gebouw met een houten frame en liggerconstructie.
De ongebruikte zolder in een gebouw met skelet- en liggerconstructie maakt het gebruik van traditionele dakophangingsspanten mogelijk, waarin de trambalken die de spanten verbinden, ook plafondbalken zijn.
De thermische isolatie van het plafond van minerale wol wordt tussen de plafondbalken aangebracht. Aan de onderzijde is een dampremmende folie en een houten steunrooster voor de gipskartonplafondmantel aan de balken bevestigd. Van bovenaf worden vloerdelen op de balken gelegd.
Op de dakspanten, om te voorkomen dat er waterdruppels door de dakbedekking waaien, als laag van de initiële dakbedekking wordt een winddicht non-woven doek aangebracht.
De ongebruikte zolder wordt meestal geventileerd via ventilatieroosters die in de gevelwanden zijn geplaatst.