De pijl van de verhoging van de bogen mag niet kleiner zijn dan 1/7 span. De helling van de raamstijl is echter afhankelijk van het type bekleding dat wordt gebruikt, dat is meestal karton of plaatstaal. Bogen kunnen een rechthoekig of I-profiel hebben, constant of variabel in lengte. De hoogte van de doorsnede in bogen wordt aangenomen 1/40-1/60 span, terwijl de hoogte van de bout 1/8-1/16 span. Bij spanten met een grotere overspanning wordt uitgegaan van variabele doorsneden van beide spanten, en palen.
Vanwege de industriële productie van structurele elementen worden vaker genagelde of verlijmde rechthoekige profielen gebruikt, minder vaak I-secties. Ook vanwege het gemak van productie en transport worden voornamelijk bogen en drieslagers gebruikt.
Elementen van raamwerksystemen: een) frame met een gebogen hoek, b) frame met een hoek verbonden met mechanische connectoren.
De planken van de frames kunnen uit één element worden gemaakt (rys.a) met een gebogen hoek, of uit twee elementen die op de hoek zijn verbonden met mechanische connectoren.
Frame met drie scharnieren van gelijmd hout: een) visie, b) dwarsdoorsnede van de spiegel, c) detail van de ondersteuning op de fundering; 1 - rama, 2 - dakraamconstructie, 3 - buitenmuur, 4 - spanten, 5 - gording, 6 - vetersluiting.
De figuur toont de dwarsdoorsnede van een hal met overspanning 25,0 m. De draagconstructie bestaat uit drie-scharnierende verlijmde houten kozijnen met gebogen hoeken. De dwarsdoorsnede van de dwarsbalken en stijlen is rechthoekig, dubbelwandig en met ringen verbonden met afstandhouders. Voor het maken van de halve frames zijn planken met een doorsnede van 1,2 gebruikt×18 cm, de hoogte van de frame-spiegel in de nok is 38 cm, een w narożu 94 cm. De spanten worden in de lengterichting van de hal verstijfd door middel van op afstand geplaatste verticale schoren 4,5 m dat ook dienst doet als gording. De stropdas in het vloerniveau is gemaakt van hout met een doorsnede 2 x 10×20 cm.