Manieren van ventilatie van dakhellingen:
een) dakoppervlak met een enkele ventilatiespleet – eenkanaals ventilatie,
b) dakvlak met dubbele ventilatiespleet – tweekanaals ventilatie.
De dakbedekking voorkomt het binnendringen van vocht in de vorm van regen en sneeuw, maar het lost het probleem van vocht in de binnenste lagen van de dakhelling niet op. Bij regen in combinatie met harde wind kan er een bepaalde hoeveelheid vocht onder de dakpannen komen. Bovendien dringt waterdamp van binnenuit het dakoppervlak binnen. Het vormt geen risico zolang het niet afkoelt tot het dauwpunt, waarin condensatie optreedt. Vooral condensvorming in onvoldoende geventileerde daklagen is gevaarlijk, waar sprake is van een schadelijke vochtopname in de dakspant, thermische isolatie en latten.
Het grootste risico op vocht door het fenomeen van waterdampcondensatie doet zich voor in de winter, wanneer het temperatuurverschil tussen binnen en buiten het grootst is.
Zodat de dakconstructie niet wordt aangetast door vocht, verwijder eventueel vocht zo snel mogelijk, waarvan de accumulatie de thermische isolatieparameters van het dak verlaagt. De beste methode om vocht af te voeren is door te ventileren via de ventilatiesleuven, omdat de lucht die vrij door de sleuven stroomt, waterdamp verwijdert. Goed uitgevoerde ventilatie droogt effectief het hele dak door de luchtbeweging veroorzaakt door wind en het verwarmen van het dakoppervlak met zonlicht.