De structuur van de “ox-eye” dakkapel uitgevoerd in een kraagdak met een verzonken kniewand.
Een dakkapel met vrije ogen ontstaat door het oppervlak van de dakbedekking uit te rekken zonder deze te breken, wat mogelijk is dankzij de speling op de sloten van overlappende tegels en de verbreding van de openingen tussen aangrenzende leisteen- of karpertegels.
De beperking van het vrije oog moet op een driehoek in de dakhelling rusten. De pleisters onder de oogkrop moeten van flexibel materiaal zijn gemaakt – bijvoorbeeld multiplex of een gesneden houten lat.
De verhouding van de raamhoogte tot de overspanning moet zijn: voor gewone tegels 1:6, voor een overlappende tegel (met ritssluiting aan de zijkant en aan de voorkant) 1:8, voor leisteen 1:5, voor cementtegels 1:10. In de praktijk betekent dit, dat om een raam te maken – Het "open oog" in het dak bedekt met overlappende keramische tegels had een hoogte 0,5 m, de basis moet minstens lang zijn 4 m. Voor dezelfde hoogte is bij gebruik van leisteen de basis gelijk aan het minimum 2,5 m en voor een dak bedekt met gewone pannen- 3 m.