De ondervacht is met een lichte speling over de spanten uitgespreid, met verbindingen van horizontale overlappingsstrepen.
Bij het ontwerp van de ventilatiespleet wordt gerekend met een dakstrip met een breedte 1 meter. De dwarsdoorsnede van de sleuf is gelijk aan de lengte van de spanten (uitgedrukt in cm) vermenigvuldigd met 0,2. Bijvoorbeeld, voor spanten in de lengte 8 mb, zal de dwarsdoorsnede van de ventilatiespleet zijn 160 cm2. Aangezien het minimumoppervlak echter niet kleiner mag zijn dan 200 cm2 aan 1 meter van de breedte van het dak, moet worden genomen als de doorsnede van de ventilatiespleet 200 cm². Hieruit volgt het, dat de hoogte van de ventilatiespleet boven de isolatie bij de inlaat minimaal moet zijn 2 cm. Deze voorwaarde dicteert de afmetingen van de opening die wordt gevormd tussen de spanten met een lengte van maximaal 10 mb. Met spanten langer dan 10 m, moet de ventilatiespleet een grotere hoogte hebben, b.v.. voor 11 meter spanten zullen zijn 2,2 cm.
• De bovenste ventilatiespleet wordt gecreëerd door het gebruik van tengellatten. Bij het berekenen van de oppervlakte van de ventilatiespleet dient rekening te worden gehouden met het oppervlakteverlies veroorzaakt door de dikte en breedte van de tengellatten. Bij daken met een spantlengte tot 10 m, wordt aanbevolen een bovenste ventilatiespleet te gebruiken met een hoogte van ca. 2,5 cm. De oppervlakte van de uitstroomopeningen van de ventilatiespleet onder de nok voor een voorbeelddak met spanten 8 mb zal zijn 40 cm2 aan één kant van de nok nb 1 meter van de breedte van het dak.
• Als een tweede is ontworpen in een hellend dak – lagere ventilatiespleet onder de pre-paringslaag, bij de grootte moet rekening worden gehouden met de afmetingen van de spanten, waartussen het wordt uitgevoerd. Ervan uitgaande dat, dat houten constructies een gemiddelde nemen 16% dwarsdoorsnede, eenvoudig om de minimale hoogte van de opening te berekenen – het zal bedragen 2,32 cm en afgerond 2,4 cm. Een grotere hoogte van de opening is alleen vereist voor spanten die langer zijn dan 10 mb. In de bouwpraktijk, de exacte maat behouden 2,4 cm is erg moeilijk. Bij daken met een spantlengte tot 10 m, wordt aanbevolen een lagere ventilatiespleet te gebruiken met een hoogte van ca. 3 cm.
Het dak wordt op de plaats van de dalspant geventileerd via een ventilatiekanaal onder de korf. De dakfolie zorgt voor een strakke aansluiting van aangrenzende dakhellingen dankzij een extra bakvormige strip. Eerste, de onderste strook dakfolie, het wordt onder spanning geplaatst op de strook van de dakrandplaat. Bij de gevelwand reikt de dakfolie tot voorbij de laatste spant, tot aan de buitenrand van het dak. In de nok is de folie afgewerkt met ca.. 5 cm onder het hoekpunt. Voor kleine hellingen ca.. 10 cm overlapping van volgende rollen dakfolie.
Sterk dampdoorlatende ondervloer op basis van thermische isolatie tussen de spanten.
De voorste laag met de hoogste isolatiegraad – de zogenoemde. dak van de broek (dakleer bij volpension).